Er moet wat gebeuren aan het slechter wordende onderwatermilieu
Hes van Schoonhoven Voormalig recreatieduiker in onder andere de Grevelingen en Oosterschelde
Hes van Schoonhoven

‘Ik ben blij dat er eindelijk wat gaat gebeuren aan het natuurherstel in de Grevelingen. In 2010 werden al de eerste plannen gepresenteerd. Als voormalig duiker heb ik zelf ervaren hoe de onderwaternatuur elk jaar verder achteruit gaat. De Beggiatoa bacterie rukt steeds meer op en kruipt als het ware omhoog. Zat hij jaren geleden nog alleen op 12 meter diepte, de laatste keer dat ik dook lag hij al op zo’n 8 meter op de bodem. De aanwezigheid van deze bacterie laat zien dat het niet goed gaat met het onderwatermilieu van de Grevelingen. Ook scheidt de bacterie een giftige damp uit van zwavelwaterstof. Dit kan in mijn ogen op den duur zelfs de leefbaarheid in het gebied aantasten. Daar zitten wij als duikers niet op te wachten, maar ook de omgeving niet. Met de komst van beperkt getij hoop ik dat dit proces wordt tegengegaan. Wel vind ik het belangrijk dat er voldoende rekening wordt gehouden met andere diersoorten. Denk aan de vogels die het gebied gebruiken als rustplaats en om voedsel te vinden op hun doortocht richting Afrika. Als bepaalde rustplaatsen onder water komen te staan door de invloed van eb en vloed heeft dit gevolgen voor deze vogels. Als duiker vind ik het vooral belangrijk naar het grotere geheel te kijken. Ik denk niet dat het beperkte getij de mogelijkheden om 24/7 te duiken nadelig zal beïnvloeden. De natuur gaat er in ieder geval op vooruit. En het is zo’n prachtig gebied om te duiken, dat mag zeker niet verloren gaan. Ik kan dus kort zijn over het belang als recreatieduikers: een gezond onderwatermilieu dat goed is voor de natuur is ook altijd goed voor de duikers.’

Ik vraag me af of we straks minder uren per dag kunnen duiken in de Grevelingen
Henk van Ielen Eigenaar van Duikcentrum Scharendijke
Henk Van Ielen

‘De Grevelingen is het ideale water om beginnende duikers op te leiden. Het is er rustig, er staat geen stroming en je kunt elk moment van de dag duiken. Voor mijn duikschool de perfecte locatie dus. Met de komst van beperkt getij verwacht ik dat de plekken waar en de momenten waarop ik les kan geven schaarser worden vanwege de te verwachten stroming. Uitwijken naar de Oosterschelde is geen optie, want daar kun je maar een paar uur per dag duiken. En het is er erg druk, met name in de zomer. Daarnaast is de stroming gevaarlijk voor beginnende duikers. Ik vraag mij af of het maken van een doorlaat in de Brouwersdam de natuur echt gaat helpen. Ik ben geen wetenschapper, maar ik duik al ruim 25 jaar in binnen- en buitenland. Zelfs in de Cariben en de Atlantische Oceaan (Madeira, Canarische Eilanden) zie ik dezelfde bacterie op de bodem als hier. En daar zit genoeg zuurstof in het water. Ik denk dat er daarom meer factoren meespelen. Mijn idee zou zijn om eerst de sluis bij Bruinisse eens een tijdje open te laten staan, om te zien wat het effect daarvan is op het bodemleven. Naast zuurstofrijk water komt er namelijk ook veel sediment mee naar binnen. Dit vertroebelt het water en zorgt voor minder zicht en het zonlicht komt zo ook niet tot de bodem. Uiteraard vind ik een mooie en gezonde onderwaternatuur erg belangrijk. Maar met de komst van getij denk ik dat het, doordat je slechts op of rond de kentering kan duiken, drukker wordt op bepaalde tijden, met nog meer duikers op dezelfde plek. Dat kan schade aanrichten. Ik geloof dat de doorlaat de natuur goed doet, maar ik vraag me wel af of het de problematiek in het gebied echt oplost.’

Het terugbrengen van beperkt getij is hard nodig voor de onderwaternatuur
Hans Spierenburg Recreatieduiker en lid van de Nederlandse Onderwatersportbond (NOB)
Hans Spierenburg

‘Als Onderwatersportbond juichen wij de plannen om beperkt getij terug te brengen in de Grevelingen toe. Het water en de bodemkwaliteit verslechteren dermate, dat niets doen geen optie is. Het beperkt getij zorgt voor een lichte stroming, wat ten goede komt aan de onderwaternatuur. Veel diersoorten zijn voor hun voedsel afhankelijk van wat er simpel gezegd voorbij komt drijven. Een voedselrijke plek zorgt dat er meer dieren zich gaan vestigen. De vraag is natuurlijk welke effecten het terugbrengen van het getij precies gaat hebben, en op welke termijn de waterkwaliteit en het bodemleven gaan verbeteren. En tot welke diepte heeft het effect? Neem als voorbeeld het Veerse Meer. Daar is ook zout water toegelaten en het onderwaterleven verbetert er. Dat gaat wel heel langzaam. Ik denk niet dat er minder duikplekken beschikbaar zullen komen door de komst van eb en vloed. Ik hoop juist dat er over een aantal jaar meer duikgebieden bij komen, omdat de natuur daar ook weer opleeft. Op de bekende duikplekken zoals Dreischor en de Nieuwe Kerkweg is het vaak erg druk. Het zou mooi zijn als dit zich wat meer kan verspreiden. En niet alleen voor de duikers is een verbeterde waterkwaliteit positief, ook voor andere recreanten. Het gebied wordt aantrekkelijker om te recreëren. Dat de situatie moet veranderen staat voor ons als een paal boven water. Uiteraard snappen wij dat er allerlei factoren en belangen meespelen, maar als ik kijk naar de onderwatersport, zie ik vooral mogelijkheden.’