Westerschelde: VNSC

In de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie (VNSC) werken Vlaanderen en Nederland samen aan een duurzaam en vitaal Schelde-estuarium. Als indrukwekkende economische draaischijf en waardevol natuurgebied tegelijk is het estuarium van onmisbaar belang voor de omgeving.

Een plan voor de toekomst van de gezamenlijke schelde-wateren

De Zeeschelde, de Westerschelde en het mondingsgebied van de Schelde vormen samen het Schelde-estuarium. In dit estuarium spelen verschillende belangen. Zo moet de natuur beschermd worden en moeten de havens bereikbaar zijn. Ook is het belangrijk dat het estuarium de verwachte zeespiegelstijging aankan. Vlaanderen en Nederland werken samen in de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie (VNSC). Op basis van onderzoek en monitoring duidt de VNSC noodzakelijke stappen om een duurzame balans op lange termijn te garanderen.

Agenda voor de Toekomst

De VNSC ontwikkelde de Agenda voor de Toekomst om een antwoord te formuleren op die naderende uitdagingen. Deze agenda start met een ambitieus onderzoeksprogramma. Dat programma bundelt de studies om de toekomst van het Schelde-estuarium veilig te stellen. Te beginnen met de studies die de komende jaren prioriteit hebben.

Zes maatregelen

De Agenda voor de toekomst onderbouwt zes toekomstige beleidsbeslissingen:

  1. De veiligheid van het kust- en voordeltagebied staat hoog op de agenda. Grensoverschrijdende oplossingen vinden voor de zeespiegelstijging en de waterveiligheid zijn van groot belang
  2. Door de groei van de Scheldehavens wordt een toename van het scheepvaartverkeer op de Westerschelde en haar aanlooproutes verwacht. Een capaciteitsstudie moet uitwijzen of de Schelde die toestroom veilig en vlot kan blijven afwikkelen.
  3. Om de toegankelijkheid van de havens van Gent en Terneuzen te verbeteren wordt in het sluizencomplex in Terneuzen een nieuwe sluis gebouwd.
  4. Voor het nieuwe sluizencomplex in Terneuzen, maar feitelijk voor het hele estuarium, wordt onderzoek gedaan naar de zoetwaterproblematiek. De uitdaging: voldoende zoet water garanderen bij elk toekomstig gebruik, met aandacht voor de gevolgen van de klimaatverandering.
  5. Het verschil tussen de hoog- en laagwaterstand neemt toe. Die toegenomen getijslag is vooral merkbaar vanaf Antwerpen en stroomopwaarts. De Agenda voor de Toekomst zoekt naar oorzaken en mogelijke maatregelen.
  6. In de Zeeschelde wordt een hogere concentratie aan slib vastgesteld. Die verandering in de slibbalans moet in de gaten worden gehouden. Dit kan een voorbode zijn van een omslag naar een ‘hypertroebel’ systeem. Een hypertroepel systeem beperkt de algengroei, die belangrijk zijn in de voedselketen. Onderzoek moet de oorzaken van zo’n omslag in kaart brengen en een beeld schetsen van de nodige maatregelen.

Meer informatie