Rammegors

Oosterschelde
Rammegors - Zuidwestelijke Delta

De Oosterschelde lijdt aan ‘zandhonger’. Steeds meer slikken en schorren in de Oosterschelde verdwijnen. In 2014 verbond Rijkswaterstaat het binnendijks gelegen Rammegors met de Oosterschelde en herstelde daarmee 145 hectare slikken en schorren.

Zandhonger

Door de uitvoering van de Deltawerken is er minder getij en zandtransport in de Oosterschelde en kalven de slikken en schorren af. De Oosterschelde leidt aan zandhonger. Het Rammegors, dat sinds 1970 was afgesloten van de Oosterschelde vanwege de aanleg van het Schelde-Rijnkanaal, is nu door middel van een afsluitbare doorlaat in de zeedijk weer verbonden met de Oosterschelde. Hierdoor ontstaat opnieuw een zilt natuurgebied ter compensatie van de zandhonger in de Oosterschelde.

Gebied in ontwikkeling

Het doorlaatmiddel staat altijd open, maar sluit tijdens een storm automatisch om een overstroming te voorkomen. Zodoende is de veiligheid gegarandeerd. De maatregelen zijn uitgevoerd volgens de Kaderrichtlijn Water. Tevens maakte het onderdeel uit van de natuurherstelopgave van de dijkversterkingen in de Oosterschelde. Rijkswaterstaat rondde de werkzaamheden af in december 2014. Korte tijd later bezweek de overstroombare dam achter het doorlaatmiddel; de bodembescherming bleek onvoldoende bestand tegen de harde stroming. Het doorlaatmiddel werd gesloten om verdere schade te voorkomen en de herstelwerkzaamheden uit te kunnen voeren. In december 2016 werd het doorlaatmiddel opnieuw geopend, waarna de overgang van het zoete watermilieu naar een zout getijdengebied kon gaan plaatsvinden.

Kennisontwikkeling

Het hydrologisch onderzoek laat in de eerste jaren na 2016 een sterke verzilting zien van de dikke zoetwaterlens (een zoetwaterbel op en in zout grondwater) die zich na de afsluiting van het gebied in 1970 had gevormd. Effecten op de aangrenzende landbouwgebieden waren nog niet zichtbaar. In het Rammegors was met name in het eerste jaar nadat de verbinding met de Oosterschelde werd hersteld (2017), de overgang van zoet naar zout in de flora en fauna zichtbaar. Zoute bodemdieren koloniseerden het gebied snel. Zoetwaterplanten stierven af en werden langzaam vervangen door zoutminnende soorten.

 

De monitoring wordt uitgevoerd door een consortium van partijen, waaronder Rijkswaterstaat, NIOZ, WMR, HZ en Deltares, in nauwe samenwerking met Staatsbosbeheer die het natuurgebied beheert. De resultaten uit de eerste jaren van monitoring zijn te lezen op deltaexpertise.nl. Fase 2 in de monitoring (2019-2024) bouwt voort op de eerste fase.