Op 20 mei is de Integrale Kennis- en innovatieagenda Zuidwestelijke Delta geïntroduceerd. Doel is deze kennisagenda de komende jaren samen verder te ontwikkelen en uit te breiden. De bijeenkomst in mei en toekomstige sessies dragen hieraan bij.

Informatieve ochtendsessie

De online bijeenkomst bestond uit twee onderdelen. In het ochtendprogramma informeerden we de deelnemers over de Integrale Kennisagenda Zuidwestelijke Delta en het Kennisprogramma Zeespiegelstijging.

Programmamanager Zuidwestelijke Delta en dagvoorzitter Simon Brasser (Rijkswaterstaat Zee en Delta) trapte de bijeenkomst af. Hij gaf een presentatie over de huidige Voorkeursstrategie Zuidwestelijke Delta, de Gebiedsagenda Zuidwestelijke Delta 2050 en de ambitie van het Gebiedsoverleg Zuidwestelijke Delta. Annemiek Roeling (ministerie I&W), Jos van Alphen (staf Deltacommissaris) en Saskia van Gool (Rijkswaterstaat) lichtten de verschillende sporen van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging toe. Tot slot presenteerde Arno Nolte (Deltares) de methodiek voor de Integrale Kennisagenda Zuidwestelijke Delta.

Kennisagenda Zuidwestelijke Delta
Integrale Kennisagenda Zuidwestelijke Delta

De bijeenkomst vormde het startschot van de Integrale Kennis- en innovatieagenda Zuidwestelijke Delta. Deze kennisagenda is innovatief in zijn aanpak: het is een meta-agenda die zicht geeft op samenhang en verbinding tussen de losse kennisagenda’s. Door deze agenda onder te brengen bij het Gebiedsoverleg Zuidwestelijke Delta, ontstaan kansen voor de partners om hun kennisontwikkeling zo aan te sturen, dat die zo optimaal mogelijk bijdraagt aan het grotere geheel.

Bekijk voor meer informatie de presentaties van de ochtendsessie:

Workshopronde in de middag

De middag stond in het teken van een verdieping per deelgebied/bekken in vijf workshops: Kust & Voordelta, Grevelingen, Volkerak-Zoommeer & Markiezaatsmeer & Binnenschelde, Oosterschelde & Veerse Meer en Westerschelde. Gericht uitgenodigde experts en beheerders van het gebied namen deel aan de middagsessies.

Middagsessie ronde 1: houdbaarheid en oprekbaarheid van de huidige Voorkeursstrategie Zuidwestelijke Delta

De eerste ronde ging over de Integrale Kennisagenda Zuidwestelijke Delta. Die agenda is gebaseerd op de Gebiedsagenda Zuidwestelijke Delta 2050, de Herijkte Voorkeursstrategie Zuidwestelijke Delta en het Kennisprogramma Zeespiegelstijging. De kennisagenda is gebiedsgericht, integraal en sluit aan bij het huidige beheer en beleid. Het Deltaprogramma heeft de voorkeursstrategie als uitgangspunt voor ruwweg de periode 2050-2100. In 2026 is de volgende herijking en wordt bekeken of aanpassing van de voorkeursstrategie nodig is gezien houdbaarheid en oprekbaarheid ervan in het licht van mogelijke versnelde zeespiegelstijging en klimaatverandering.

Als input voor de eerste ronde verzamelden en analyseerden Deltares en het programma Zuidwestelijke Delta vooraf de kennisvragen uit genoemde programma’s. In de werksessie gaven zij aan wat al bekend is en waar de belangrijkste onzekerheden lijken te liggen. De deelnemers werkten hierop door: missen we nog vragen, zijn er onduidelijkheden, wat zijn de prioriteiten en wat is al (goed) belegd? Een belangrijk resultaat was de verbinding tussen het werk dat het Kennisprogramma Zeespiegelstijging (en in het bijzonder het spoor 2) onder landelijke regie uitvoert  met de vragen die in de regio zijn opgehaald en worden opgepakt. Samen vormen ze de Integrale Kennisagenda Zuidwestelijke Delta.

Een korte impressie van de opbrengsten per bekkensessie:

Kust & Voordelta: De belangrijkste oorzaak van veranderingen in de waterbodem (morfologie) zijn nu, en waarschijnlijk ook de komende halve eeuw, de afsluitingen door de deltawerken. De voorkeursstrategie om met sediment te werken (zacht waar het kan, hard waar het moet) lijkt robuust. Lokaal liggen er vooral kennisvragen omdat de doorgaande ontwikkeling gebruiksfuncties bemoeilijkt en zandsuppleties niet de hele oplossing kunnen zijn.

Bekijk het verslag van de bekkensessie Kust en Voordelta.

Grevelingen: Waterkwaliteit en natuurbeheer, waterveiligheid en zoetwatervoorziening zien de deelnemers als de prioritaire thema’s. Waterveiligheid gaat over het substantieel verhogen van het peil, wat buiten de voorkeursstrategie valt. Voor zoetwatervoorziening van de omliggende eilanden wordt verwacht dat zoute kwel gelijkt blijft bij gelijkblijvend middenpeil. Vragen rondom waterkwaliteit en natuurbeheer sluiten aan bij het traject Getij Grevelingen dat al loopt.

Bekijk het verslag van de bekkensessie Grevelingen.

Volkerak-Zoommeer: Kennisvragen rond waterveiligheid (Volkerak-Zoommeer als noodwaterberging), natuurbeheer (welke natuurdoelen (N2000) blijven haalbaar) en waterbeheer (zoute kwel) vonden de deelnemers het meest belangrijk. De wens om integraal naar het gebied te kijken en dwarsrelaties tussen zoetwater/rivieren, waterkwaliteit en waterveiligheid als systeem te beschouwen, volgde daarna.

Bekijk het verslag van de bekkensessie Volkerak-Zoommeer.

Oosterschelde & Veerse Meer: Kennisvragen rondom de autonome ontwikkeling van het ecosysteem, de waterkwaliteit en onderwaterleven hebben volgens de deelnemers de meeste prioriteit. Evenals de vraag of de natuurdoelen (N2000) nog wel haalbaar zijn als gevolg van klimaatverandering. Daarna volgen de kwesties rondom de optimalisatie van het peilbeheer onder zeespiegelstijging (Veerse Meer) en het sluitregime van de Oosterscheldekering.

Bekijk het verslag van de bekkensessie Oosterschelde & Veerse Meer.

Westerschelde: Het vaarwegbeheer geeft veel mogelijkheden om met sediment te werken. Hiervoor heeft de Vlaams-Nederlandse samenwerking al een kennisprogramma ontwikkeld. Voor de waterveiligheid op lange termijn is het belangrijk te kunnen inschatten hoe dit sedimentbeheer, vooral de bodemveranderingen hierdoor, invloed heeft op de belasting op de waterkering. Tijdens de workshop zijn deze lijnen samengebracht.

Bekijk het verslag van de bekkensessie Westerschelde.  

Middagsessie ronde 2: lange termijn oplossingsrichtingen

Na enkele inhoudelijke presentaties verkenden de deelnemers in deelgroepen per deelgebied de relaties tussen de lange-termijn oplossingsrichtingen voor versnelde zeespiegelstijging (zoals geformuleerd door Deltares: “beschermen gesloten”, “beschermen open”, “zeewaarts” en “meebewegen”) en ruimtelijk economische ontwikkelingen in het gebied. De uitkomsten van de discussie zijn plenair teruggekoppeld.

Haasnoot, M, F. Diermanse, J. Kwadijk, R. de Winter, G. Winter, 2019, Strategieën voor adaptatie aan hoge en versnelde zeespiegelstijging. Een verkenning. Deltares rapport 11203724-004. Beeld: ©Beeldleveranciers-Carof in opdracht van Deltares

Landelijke en regionale keuzes

In de tweede ronde van de workshops zijn de deelnemers bijgepraat over spoor 4 van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging en voor welke thema’s en type investeringen binnen de Zuidwestelijke Delta zeespiegelstijging relevant kan zijn.  In relatie tot de lange termijn oplossingsrichtingen werd duidelijk dat keuzes voor andere deelgebieden (zoals het Rivierengebied, Rijnmond-Drechtsteden en Vlaanderen) veel invloed kunnen hebben op het watersysteem van deze regio. In deze context kwam de vraag naar voren welke keuzes landelijk en welke keuzes regionaal genomen worden.

 

Naast waterveiligheid zijn er verschillende knikpunten (omslagpunten) die van belang zijn voor de Zuidwestelijke Delta, zoals de (intergetijden-)natuur. Verschillende knikpunten kunnen elkaar opvolgen of tegelijkertijd optreden. Er is een integraal afwegingskader nodig, om verschillende thema’s in relatie tot elkaar af te wegen en keuzes te kunnen maken. Een belangrijk vraagstuk hierbij is in hoeverre versnelde zeespiegelstijging invloed heeft op de adaptiviteit van het gebied: wordt bij een versnelde zeespiegelstijging de benodigde snelheid van het uitvoeren van maatregelen zo groot dat er oplossingsrichtingen afvallen? Omdat de oplossingsrichtingen niet alleen het watersysteem beïnvloeden, maar ook andere (gebruiks-)functies binnen het gebied, is een integrale benadering van techniek, ontwerp en beleid van groot belang bij de verdere verkenning van de oplossingsrichtingen. Ontwerpend onderzoek, waarbij integraal naar het gebied wordt gekeken, is een belangrijk middel om invulling te geven aan de verschillende oplossingsrichtingen.

Bekijk voor meer informatie het verslag van de tweede ronde middagsessies.