De workshop begon met een toelichting door René Boeters van Rijkswaterstaat Zee en Delta over het project Getij Grevelingen. Het projectteam heeft bekeken hoe het beleid omgaat met klimaatverandering en hoe dat effect heeft op een project als Getij Grevelingen. Een belangrijk gevolg van klimaatverandering is bijvoorbeeld het stijgen van de zeespiegel. Hier is momenteel nog geen beleidsuitspraak voor. Vooruitlopend hierop hanteert het projectteam als uitgangspunt om bij het ontwerp van het doorlaatmiddel rekening te houden met 40 centimeter zeespiegelstijging ten opzichte van 1995. Op deze manier wordt het doorlaatmiddel klimaatrobuust uitgevoerd.

Aan de slag met knikpunten en gebruiksfuncties

Na de introductie van het project vertelde Maaike Maarsen van Deltares wat een knikpuntenanalyse is. Het knikpunt is een moment in de tijd waarop een bepaalde (gebruiks)functie niet meer uit te voeren is door veranderende omstandigheden. Na deze toelichting namen de deelnemers een lijst van gebruiksfuncties door. Ze bespraken welke functies voor de Grevelingen van toepassing zijn en welke worden beïnvloed door klimaatverandering. Vervolgens werkten aparte groepen een aantal gebruiksfuncties uit waarbij ze ingingen op de effecten van klimaatverandering op de gebruiksfunctie, het mogelijke knikpunt en beheermaatregelen om dit knikpunt uit te stellen dan wel te voorkomen. De opbrengst:

Landschap

  • Hoewel beleving van het landschap erg subjectief is, is het wel sterk bepalend voor de identiteit van de Grevelingen.
  • Het introduceren van beperkt getij en het veranderen van het klimaat (in de vorm van stijging van de zeespiegel en de temperatuur) hebben direct invloed op het landschap. Denk hierbij aan het verdwijnen of de opkomst van soorten, toename van recreatie en het verdwijnen van eilandjes onder water.
  • Uitstel van het mogelijke knikpunt is mogelijk door goed (peil)beheer, moment van inlaten van het water vanuit de Noordzee en zandsuppleties wanneer oevers en/of eilandjes dreigen te verdwijnen.

Landbouw

  • Door het stijgen van de waterstand bestaat de kans dat er meer zoute kwel optreedt.
  • Een mogelijk knikpunt is het moment dat de zoute kwel de wortelzone van het gewas bereikt.
  • Knikpunt is sterk afhankelijk van het wel of niet laten stijgen van het gemiddelde meerpeil door de zeespiegelstijging.
  • Mogelijke maatregelen zijn het afvangen van de zoute kwel, het doorspoelen met zoet (hemel)water en het introduceren van zilte teelten in het gebied.
  • Afvoeren van polderwater richting de Grevelingen kan bij een hoge waterstand ook moeilijker worden.

Energie

  • Door de klimaatverandering stijgt de zeespiegel en neemt het debiet dat je kunt inzetten voor energieopwekking af, dit leidt tot een knikpunt.
  • Verval moet groot genoeg blijven voor het opwekken van energie.
  • Je kunt ook nadenken over andere vormen van energieopwekking.

Waterkwaliteit

  • Door verhoogde temperatuur zullen de periodes met zuurstofloosheid in het Grevelingenmeer toenemen.
  • De hoeveelheid zuurstof bepaalt het knikpunt.
  • Door stijging van het waterpeil zullen ook meer nutriënten in het Grevelingenmeer terecht komen.

Natuur

  • Knikpunt is het onderlopen van natuur als gevolg van het stijgen van het meerpeil door zeespiegelstijging.
  • Door temperatuurstijging kunnen soorten wellicht afsterven en verandert de vogelmigratie. Hiervoor is het moeilijk een knikpunt te bepalen.

Schaal- en schelpdiervisserij

  • Klimaatverandering kan een positief effect hebben: een grotere markt door een langer recreatieseizoen.
  • Het stijgen van de temperatuur kan zowel een bedreiging zijn voor soorten, als nieuwe soorten introduceren.
  • Wellicht komt er een verandering in de voedselketen door temperatuurstijging.

Al met al was het projectteam Getij Grevelingen blij met de oogst van opmerkingen en aanvullingen op knikpunten die het team zelf al had geanalyseerd. Daarnaast stelden de deelnemers vast dat de methode van knikpuntenanalyse een prima methode is om voor alle (peilgereguleerde) watersystemen in te zetten.