Ben de Reu, gedeputeerde van de Provincie Zeeland en voorzitter van het Gebiedsoverleg Zuidwestelijke Delta is blij met deze nieuwe samenwerking: ‘Met het initiatief zorgen we ervoor dat de Vlaams-Nederlandse Delta aantrekkelijk is voor jongeren. Tegelijkertijd werken we samen aan de uitdagingen rondom de klimaatverandering. Als we samenwerken, kunnen we ons onderscheiden met kwaliteitsopleidingen en onderzoek op maat. Dat geeft bovendien een boost aan de bedrijvigheid in onze regio. De Ugent neemt in Europa een vooraanstaande plaats in op het vlak van marien en maritiem onderwijs en is daarom een logische partner.’

Campus Zeeland

Campus Zeeland is een samenwerkingsverband van kennis- en onderzoeksinstellingen, bedrijven en overheden en gericht op innovatie en het toekomstbestendig maken van de economie in Zeeland. Een belangrijke fase daarin is het realiseren van de Bèta Campus op de gebieden: waterveiligheid, waterkwaliteit, zout/zoet, energietransitie en voedsel/biobased in de Delta.

Kennis en expertise bundelen

Een van de onderzoekers die nauw samenwerkt met het platform is Klaas Timmermans, hoofd van de afdeling Estuariene & Delta Systemen bij het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en lector aan de HZ University of Applied Sciences. ‘De Zuidwestelijke Delta is momenteel veilig, welvarend, maar nog niet klimaatbestendig. Diverse instellingen en organisaties richten zich op het klimaatbestendig maken van dit gebied. Ook over de landsgrenzen heen. Ugent doet bijvoorbeeld veel vergelijkbaar onderzoek. Met het samenwerkingsplatform “Slimme Oplossingen voor Deltavraagstukken” bundelen we alle kennis en expertise. Ik vind het hierbij belangrijk dat we kijken naar juist de kansen die de klimaatverandering met zich meebrengt, in plaats van ons te focussen op de bedreigingen. Zo moeten we op zoek naar natuurlijkere alternatieven voor kustverdediging. Dit kun je niet alleen, daar heb je elkaar voor nodig. Het onderwijs hierbij betrekken is erg belangrijk. Studenten zijn immers de deltaprofessionals van later die de oplossingen die wij nu bedenken, gaan uitvoeren.’

Wist u dat het hoogste punt in Zeeland het verdronken land van Saeftinghe is? Dit groeit namelijk elk jaar nog steeds door aanzanding en slib.

Breder opleiden van specialisten

Klaas: ‘Als specialist moet je breder kijken dan je eigen vakgebied, wil je een succesvolle oplossing bieden. Als ingenieur kun je een dijk willen ophogen, maar wat vindt de omgeving daarvan, is er voldoende draagvlak en wat doet het met de leefbaarheid in een gebied? Allemaal aspecten waarmee je te maken krijgt in het werk, maar waarvoor je niet per definitie bent opgeleid. Wij vinden het belangrijk dit soort elementen in de opleiding al mee te nemen. Zo leiden we professionals op met een bredere blik op de samenleving. Dit willen we onder meer bereiken door met overheden en bedrijven een gezamenlijk onderzoeks- en onderwijsprogramma op te zetten. Dit biedt voor zowel organisaties als studenten mooie kansen.’

Waarmee kan het platform aan de slag?

Met welke oplossingen voor de vraagstukken binnen de Zuidwestelijke Delta kan het samenwerkingsplatform aan de slag, welke kansen ziet Klaas? Klaas onderzoekt vanuit het NIOZ de waterveiligheid en duurzame voedsel- en energieproductie in deltagebieden. ‘We moeten ons voorbereiden op de zeespiegelstijging. Dit kun je als een bedreiging zien, maar de zee heeft het land gevormd, dus waarom de zee niet, op een veilige en slimme manier, een bijdrage laten leveren aan de oplossing? Bijvoorbeeld het dubbele dijkenconcept waarmee ze momenteel proeven doen in Groningen. Hierbij creëer je achter de huidige dijk een tweede dijk als extra veiligheidsmaatregel. Tussen de dijken kun je polders ontwikkelen voor bijvoorbeeld slibvangst of zilte landbouw. Een ander idee is het experimenteren met alternatieve manieren van voedselproductie in de buurt van windmolenparken. In Vlaanderen zijn ze daar al verder mee en dat kunnen we in Zeeland ook proberen. Er liggen naar mijn idee ook kansen voor het verbouwen van zoute gewassen. Of gewassen ontwikkelen die iets meer zout kunnen tolereren. Je kunt het zoute water zien als bedreiging, maar ook als een kans. Het zijn eerste ideeën, we moeten nu gaan kijken wat haalbaar is. Los van deze voorbeelden denk ik dat het bij een grensoverschrijdende samenwerking vooral goed is om naar de wet- en regelgeving te kijken. Kan die iets soepeler, zodat partijen makkelijker met elkaar kunnen samenwerken? Kortom genoeg onderwerpen waar het platform zich te komende jaren op kan richten als je het mij vraagt. En daar denk en doe ik graag actief in mee.’