De ochtend startte met de overhandiging van het eindrapport van Smartsediment aan gedeputeerde van Provincie Zeeland Anita Pijpelink. ‘De Deltawateren zijn heel belangrijk voor Zeeland voor de ecologie en het economisch belang,’ benadrukte ze. ‘Het is zoeken naar de balans tussen de verschillende waarden en dat begint bij het samen delen van kennis, en dat is wat we vandaag doen.’ Ze wenste de ‘mooie mix van verschillende deelnemers’ een leerzame dag toe. En memoreerde de bijzondere plek van de studio: middenin de rijke geschiedenis van de Voorhal en met daarnaast de Statenzaal: ‘Waar de besluiten voor de toekomst genomen worden.

Na de overhandiging van het eindrapport trapte gastheer Gerrit samen met professor Tjeerd Bouma de bijeenkomst af. Tjeerd is onder andere gelieerd aan het NIOZ. Ze namen de deelnemers mee met de ontwikkelingen van de afgelopen vier jaar in het kader van Smartsediment in de Scheldedelta. De problematiek is in de verschillende delen van de Scheldedelta anders, maar overal vinden ingrepen door sedimentbeheer plaats. Rode draad is dat alle betrokken partijen hebben gekeken hoe we slim om kunnen gaan met sediment, zand en bagger. Belangrijkste doel: het herstellen van biodiversiteit.

De introductie van de Kennisdag en de eindconferentie terugkijken? Bekijk dan de video hieronder.

Smartsediment: innovatief sedimentbeheer in de Scheldedelta

Het eerste blok van de Kennisdag stond na de aftrap volledig in het teken van Smartsediment. Eric van Zanten van Rijkswaterstaat vertelde over de zandhonger in de Oosterschelde en de noodzaak van suppleties van zandplaten. Aan bod kwamen de proeven met bodemdieren tijdens de suppletie op de Roggenplaat en de uitdagende werkomgeving in een getijdengebied zoals de Oosterschelde. De zandsuppletie zorgt ervoor dat de grootste zandplaat in de Oosterschelde weer 20 tot 30 jaar z’n functie kan vervullen als wegrestaurant voor tienduizenden, veelal, trekkende vogels.

In de Wester- en Zeeschelde is er juist te veel dynamiek in het systeem. Vanuit Vlaanderen belde Frederik Roose, projectcoördinator Onderzoek en Monitoring van de Vlaamse overheid. Hij deelde de inzichten van de uitgevoerde plaatrandstortingen in relatie tot baggerstrategieën in de Westerschelde. Michael de Beukelaer, projectingenieur bij de Vlaamse overheid, vertelde hoe bij Fort Sint-Filips in de buurt van Antwerpen de aanleg van een kribbe verloopt die hectares nieuwe, ondiepe deltanatuur beschermt.

De samenwerkende partijen zijn door het bij elkaar brengen van de uitvoeringsprojecten en alle onderzoeksresultaten tot een heldere conclusie gekomen. Die is dat vrijkomend sediment in de Scheldedelta door slim sedimentmanagement kan bijdragen aan verschillende ecosysteemdiensten, met als belangrijkste de natuur en biodiversiteit. De deelnemers kregen ook een uitleg over de ecosysteemdiensten-tool die is ontwikkeld. Dit instrument kan in toekomstige projecten ingezet worden bij het ontwerp van werkzaamheden om sediment ook voor andere ecosysteemdiensten in te zetten.

 

Meer weten? Kijk dan op de website van Smartsediment. Ook kun je het blok over Smartsediment hieronder terugkijken.

Morfologie, ecosysteemkennis en kansen voor natuur in de Voordelta en kustzone

De eindconferentie van Smartsediment in het eerste blok sloot af met een virtuele koffiepauze in kleine groepjes. Hierna startte het tweede blok van de Kennisdag over morfologie, ecosysteemkennis en kansen voor de natuur in de Voordelta. Sander Terlouw, ecoloog bij Staatsbosbeheer, vertelt dat er veel kenmerkende natuurwaarden van de Deltanatuur onder druk staan. Doel is te verkennen welke rol sediment speelt in het beheer van de Voordelta en het herstel van de Voordelta.

 

Specialist langetermijn-kustontwikkeling Ad van der Spek bij Deltares gaf het belang van kennisontwikkeling voor de toekomst weer: ‘Iets dat er niet is kun je niet beheren, maar voor iets waarvan je weet dat het eraan komt, kun je een plan maken.’ De titel van zijn presentatie was: “De nieuwe Zuidwestelijke Delta, zand in overvloed?” Hij nam de deelnemers mee in de ontwikkeling van de Voordelta vanaf het jaar 100 AD van alle mondingen van de (afgesloten) zeearmen en de verschillen daartussen. Hierbij vertelde hij uitgebreid hoe de Voordelta zich tijdens en na de uitvoering van de Deltawerken heeft ontwikkeld. Karakteristiek is een patroon waarbij de buitendelta kleiner wordt, banken zich vormen en geulen worden opgevuld. Een van de deelnemers bracht als reactie op een vraag aan het publiek over de effecten van zeespiegelstijging een interessant artikel in over de effecten op riviermondingen.

 

Mennobart van Eerden van Rijkswaterstaat vertelde over 15 jaar monitoring van de ontwikkeling van de Voordelta. Interdisciplinair, integraal en langdurig onderzoek in een dynamisch gebied. Aanleiding was de aanleg van de Maasvlakte II, waarvoor compensatie nodig was met focus op verhoging van de kwaliteit van de Voordelta. Hij nam de kijkers mee in de resultaten. Mooi om te melden is, dat er inmiddels een gebied van 40 hectare is met een rijke onderwaternatuur waar de platte oester een plek heeft gevonden. Belangrijke les is dat ontwikkelingen lange tijd nodig hebben, en dat je dus ook lang moet meten om goed te begrijpen hoe het ecosysteem reageert. Interesse in meer info? Kijk dan op de website van Natuurcompensatie Voordelta.

 

Na de presentaties gingen Wouter van Steenis van Natuurmonumenten en Sander Terlouw in gesprek over kansen voor de natuur. De ontwikkelingen zoals Ad schetste gaan grote invloed hebben op kansen voor de natuur. Je moet keuzes maken om niet achter te gaan lopen op de ontwikkelingen, aldus Sander. Ook actief ingrijpen kan een optie zijn. Flexibeler omgaan met kustbeheer en suppleties biedt mogelijkheden voor verschillende functies. Verschillende kijkers wilden weten: hoe zou een doorlaat in de Brouwersdam de sedimentdynamiek kunnen beïnvloeden? Ad denkt dat het grote plaatje qua sedimentverdeling niet heel erg zou veranderen.

 

Wil je de presentaties en het gesprek tussen Wouter en Sander terugkijken? Kijk dan hieronder de uitzending van blok 2 terug.

Duurzaam (her)gebruik van sediment

Het derde en laatste blok ging over duurzaam (her)gebruik van sediment. Brenda Walles van Wageningen Marine Research (WMR) legde uit dat sediment een waardevol product is dat je ook kan gebruiken. Twee derde van de deelnemers denkt dat sediment beter hergebruikt kan worden. Aan de hand van verschillende projecten ontstond een boeiend gesprek over wat er allemaal bij komt kijken als je sediment gaat verplaatsen. Welke eisen stel je dan aan het sediment? Wat doe je zelf en wat laat je aan de natuur over? Hoe verloopt de samenwerking tussen partners en tegen welke barrières loop je aan?

 

Peter van Veelen vertelde over de proeftuin Rijn-Maasmonding. Hier kijken allerlei betrokken partijen hoe je het vele sediment dat gebaggerd wordt kan inzetten voor onderhoud en natuurontwikkeling. Er lopen al verschillende experimenten en de vraag is hoe je gezamenlijk tot echt een andere aanpak komt.

 

Martin Baptist van WMR vertelde over de lessen uit twee pilots in de Waddenzee en Eems-Dollard. Hij lichtte twee projecten toe over de uitbreiding van kwelders en schorren. Uit de haven van Harlingen komt veel gebaggerd slib vrij en tegelijkertijd was er sediment nodig om kweldergroei te stimuleren. Het sediment is voor een smalle aangroeiende kwelder gebracht, waar de natuur verder het werk mocht doen. Bij Delfzijl is een kwelder “gebouwd” op een plek waar geen kwelder was. Allerlei aspecten worden onderzocht, waaronder het gehalte slib dat nodig is. Dat gaat via vakken met verschillende slibgehalten en vakken met of zonder zeekraalzaad. De eerste resultaten laten zien dat het niet heel veel uitmaakt of er 20 of 50% slib in het materiaal zit. Martin vroeg aan de deelnemers waar ze in de Zuidwestelijke Delta kansen zien voor deze toepassingen. Deelnemers zien kansen in de Voordelta, de Oosterschelde, de Westerschelde en het Haringvliet.

 

Thijs van Kessel van Deltares vertelde over de mogelijkheden om sediment dat vrijkomt bij het baggeren van de vaargeul bij de Zandkreek (Oosterschelde) in te zetten voor behoud van plaatmateriaal en dat te combineren met natuurcompensatie voor een nieuwe hoogspanningsleiding. Op dit moment vindt onderzoek plaats en begint het vergunningentraject. Thijs lichtte de resultaten toe van de modelstudies om tot een goed ontwerp te komen.

 

In dit blok komen er allerlei vragen los bij de kijkers:

  • Kan de milieukwaliteit van het slib een probleem vormen? Martin Baptist vertelt dat het sediment altijd getest wordt. Veel vervuild sediment uit havens is al gesaneerd. Veel experimenten zijn met sediment uit hetzelfde gebied.
  • Kunnen zaden uit pioniervegetatie al niet toegevoegd worden aan het sediment bij een slibmotor? Dat zou misschien kunnen, maar dat komt wel nauw. Martin licht toe dat ze eerst het sediment neerleggen en dan de zaden eroverheen strooien: ‘Hetzelfde als dat je in de tuin doet, maar dan is dit grootschalig tuinieren.’
  • Is het rondvaren van materiaal niet heel slecht voor het milieu vanwege de CO2-uitstoot? Peter van Veelen vertelt dat ze proberen het materiaal zo dicht mogelijk bij de winplaats te gebruiken. In de volgende discussie blijkt dat dit thema veel aandacht krijgt. Een deelnemer deelt een artikel over klimaatneutrale en circulaire infrastructuur.

Host Gerrit vroeg de kijkers wat zij denken dat de meest beperkende factor is voor hergebruik van sediment. Er komen allerlei items langs: ecologische kennis, voorzorgsprincipe, de levensduur, organisatie (op de hoogte zijn van vraag en aanbod), variatie in de geotechnische eigenschappen van het sediment. Sprekers en kijkers komen samen tot de aanbeveling om een mariene grondbank op te richten, waar vraag en aanbod kunnen samenkomen. Het is al een hele opgave om de data bij elkaar te brengen; die is heel verspreid aanwezig. Thijs van Kessel benadrukt dat het belangrijk is om naar systeem te kijken en wat daar kan en nodig is. Brenda ziet de logistiek als een beperkende factor; het is belangrijk om vanuit één visie voor een gebied te gaan werken en om buiten je eigen comfortzone te denken. Brenda hoopt dat mensen meer gaan nadenken over wat je met sediment kan en om met mensen uit verschillende disciplines de discussie te voeren.

 

Wil je de presentaties en de discussie terugkijken? Hieronder volgt de uitzending van blok 3.

Afsluiting

Via de kijkers wordt aan het eind van de Kennisdag nog aandacht gevraagd voor een prijsvraag over innovatieve technieken.

 

Arno Nolte van de Kenniscommunity Zuidwestelijke Delta kijkt tevreden terug op de Kennisdag en kondigt kennissessies over specifieke thema’s aan. Op dinsdag 10 november is de eerste van 11.30 – 13.00 uur, over zoet-zout in grondwater en oppervlaktewater en de rol van modellering in de maatschappelijke discussie. Wil je je hiervoor aanmelden? Dat kan, stuur dan een e-mail naar Arno.Nolte@deltares.nl.

 

De deelnemers waardeerden de Kennisdag met een 8,5 en vonden de bijeenkomst informatief, inspirerend en interessant. Een deelnemer was verrast over alles wat er gebeurt, een andere vond de bijeenkomst gespecialiseerd, maar toch toegankelijk. Een heel mooi resultaat!